5 december 2014

Ondersteuning werkgevers bij uitvoering Participatiewet wordt eenvoudiger

Werkgevers die banen beschikbaar stellen voor mensen met een arbeidsbeperking kunnen daarbij een beroep doen op een eenduidiger en eenvoudiger pakket van ondersteunende voorzieningen. Nu maakt het in het aanbod nog een verschil of iemand uit de doelgroep van de Participatiewet afkomstig is van het UWV of via de gemeente naar een plek op de arbeidsmarkt wordt geholpen. De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel waarin de verschillen bij het afsluiten van no-risk polissen en het aanbieden van mobiliteitsbonussen voor de doelgroep van de extra banen worden opgeheven.

Gemeenten en sociale partners hebben bij staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangedrongen op deze harmonisatie. Hierdoor ontstaat voor werkgevers meer duidelijkheid over het basispakket van ondersteunende instrumenten dat ingezet kan worden bij de invulling van de extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking.

Werkgevers en werknemers en het kabinet zijn in het Sociaal Akkoord overeengekomen dat in de jaren tot 2026 in totaal 125.000 extra banen beschikbaar komen voor mensen die niet in staat zijn het minimumloon te verdienen. Wajongers en mensen die op de wachtlijst staan voor de sociale werkvoorziening komen als eerste voor deze banen in aanmerking.

Het harmoniseren van beschikbare instrumenten waar werkgevers een beroep op kunnen doen, is van belang voor het realiseren van de banenafspraak. Ook op het punt van de inzet van jobcoaches, die zorgen voor de begeleiding van werknemers met een beperking, wordt het aanbod voor werkgevers geharmoniseerd. Op dit punt is wetswijziging niet nodig en vindt nog overleg plaats tussen UWV en gemeenten.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Het streven is dat de wijzigingen per 1 januari 2016 van kracht worden.

Bron: Rijksoverheid